Als we de voorspellingen mogen geloven, zullen er over een kleine 5 jaar wereldwijd al 25 miljard apparaten met elkaar zijn verbonden. En dat aantal zal in de jaren daarna exponentieel toenemen, waardoor we binnen 10 jaar wellicht met recht van spreken over een echt Internet of Things kunnen spreken; een samenleving waarin vrijwel alles is verbonden. Een mogelijk probleem is wel hoe we al deze apparaten ook op een eenvoudige manier kunnen bedienen. Volgens sommige experts is de oplossing echter al bekend: Augmented Reality (AR).
Augmented Reality
We moeten zowel in als buitenshuis allemaal wel eens gebruik maken van verschillende apparatuur. Of dat nou een tv, een parkeermeter of een frisdrankautomaat is, het bedienen en/of instellen van de verschillende apparaten is niet altijd even eenvoudig. Denken dat het automatiseren en verbinden van apparaten het per definitie eenvoudiger zal maken is een illusie, op dit moment gebruiken vrijwel alle fabrikanten een eigen interface en bedieningsgemak is daardoor soms ver te zoeken.
In een wereld waar alles altijd en overal verbonden is, biedt Augmented Reality echter nieuwe mogelijkheden:
- Ideeën worden werkelijkheid aan de hand van een animatie
- De consument kan iets werkelijk ervaren
- Het is mogelijk om voor gebruikers een persoonlijke interface te creëren
Dit persoonlijke interface kan op een smartphone worden getoond wanneer deze zijn camera op een voorwerp richt. Je smartphone zal de gemaakte keuzes doorsturen naar het apparaat, zo kun je aan de hand van je smartphone alle apparaten in huis bedienen.
Internet of Things
Het Internet of Things lijkt er de komende jaren definitief te komen en dat brengt niet alleen kansen voor fabrikanten en de normale ondernemer, maar ook voor de ontwikkelaars van interfaces. Zij kunnen er met Augmented Reality voor zorgen dat we niet alleen moderne, verbonden apparaten krijgen, maar dat we ook moderne manier voor het bedienen van die apparaten krijgen.
Belangrijk is daarbij wel dat de infrastructuur snel genoeg is en dat Augmented Reality er niet alleen voor zorgt dat het eenvoudiger wordt om tot de gewenste keuzes te komen, maar ook dat het gehele systeem eenduidig zal werken. Een hele opgave, maar aangezien het ontwerpen van gebruiksvriendelijke userinterfaces de laatste jaren steeds meer aandacht heeft gekregen hebben wij er wel vertrouwen in.
Is het netwerk er klaar voor?
Een voorwaarde voor het gebruik van deze technologieën is echter wel dat het netwerk er klaar voor moet zijn. Op het afgelopen Mobile World Congress in Barcelona werd er al veelvuldig gesproken over 5G, dit zou het netwerk moeten worden voor het Internet of Things. Er is veel bandbreedte nodig om de grote hoeveelheden gegevens in de ‘cloud’ te verwerken, daarnaast mogen er geen vertragingen optreden.
Door de explosieve groei van draadloze apparaten is het ook belangrijk dat het draadloos internet (wifi) sneller wordt. In ieder huishouden komen steeds meer draadloze apparaten die via het internet met elkaar communiceren. De eerste stap is hierin gezet doordat er op dit moment glasvezel wordt aangelegd in heel Nederland. Met de komst van glasvezel kunnen snelheden worden bereikt die vele malen hoger liggen dan via de kabel. Op dit moment bieden de grote Nederlandse providers een internetsnelheid tot 500 mpbs aan. Lokale partijen gaan zelfs een stap verder en bieden in sommige gevallen zelfs al 1 gbps verbindingen aan.
Wetenschappers van de TU Eindhoven hebben nieuwe laboratoria gebouwd die draadloze systemen gaan bestuderen en werken aan de wifi van de toekomst. Eén van de doelstellingen van hen is om wifi met een snelheid van 1 terabit per seconde te realiseren. Dat is duizend maar sneller dan de huidige wifi.
Dat is hard nodig, want er komen steeds meer draadloze apparaten bij op het netwerk. Die moeten allemaal snel verbonden zijn en ze mogen elkaar bovendien niet storen. Sneller, goedkoper en zuiniger, dat is waar we continu aan werken. – Peter Baltus, directeur van CWTe
